Mentorschap kan worden ingezet als je niet meer goed in staat bent om beslissingen te nemen over je eigen verzorging, verpleging, behandeling en/of begeleiding. De rechter stelt in dit geval een mentor aan die jouw persoonlijke (niet-financiële) zaken voor je regelt en regelmatig checkt hoe het met je gaat. Je blijft wel zelf handelingsbekwaam.
Dit houdt onder andere in dat je de zeggenschap over je eventuele kinderen onder de achttien jaar behoudt. Ook is het de bedoeling dat je zelf beslissingen blijft maken over hele persoonlijke zaken. Zo kan de mentor bijvoorbeeld geen echtscheiding voor je aanvragen, een kind erkennen, een donorregistratie doen of een testament opstellen. Uiteraard kan de mentor wel met je meedenken over deze zaken.
Een mentor helpt je bij het regelen van persoonlijke zaken omtrent jouw zorg. Zo kan een mentor in actie komen als je niet de zorg krijgt die je nodig hebt. Ook trekt de mentor aan de bel in geval van dreigende nood. Hierbij kan je denken aan een situatie waarin je gezondheid achteruitgaat of een situatie waarin het je even niet meer lukt om zelfstandig te wonen. De mentor betrekt je zoveel mogelijk bij het maken van de beslissingen en zorgt ervoor dat je er nooit alleen voor staat.